Europa grote stap dichter bij betere allergeen-etikettering
De mede door TNO ontwikkelde methode voor risicobeoordeling en een bijbehorende database zijn deze maand unaniem door Europese vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, patiëntenorganisaties, wetenschappers en andere deskundigen en belanghebbenden overgenomen. Zij waren na twee dagen vergaderen allemaal van mening dat er grenswaarden moeten komen voor het al dan niet vermelden van een mogelijke besmetting van een levensmiddel met allergenen. Ook hebben zij overeenstemming bereikt dat de mede door TNO ontwikkelde wijze waarop deze grenswaarden vastgesteld moeten worden daarbij leidend is.
Voedselallergenen kunnen onbedoeld in levensmiddelen terechtkomen. Bijvoorbeeld door verontreiniging van grondstoffen of als een productielijn in de fabriek niet 100% schoon gemaakt kan worden. Meer dan driehonderdduizend mensen met voedselallergie moeten hier in Nederland dagelijks mee omgaan. Een veelvoud van dat aantal mensen doet dagelijks boodschappen of kookt waarbij rekening gehouden moet worden met iemand met voedselallergie. Zij moeten het nu doen met zinnen op etiketten zoals: ‘Kan sporen van noten bevatten’, of ‘in de fabriek waar dit product gemaakt wordt is ook melk aanwezig’. Het is daarbij niet duidelijk of er nu wel of niet een relevant risico is. Fabrikanten van voedingsmiddelen zien zich gedwongen om zulke zinnen te hanteren, onder andere omdat ze aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade. Ook al gaat het om minuscule sporen van allergenen (Persbericht TNO, 27 september 2012).